Gaan we vanavond lekker slapen in het duits

Hoofdstuk 13

Redemittel Hfs. 13

Wie war der Urlaub? Hoe was de vakantie?
Der war toll. Die was geweldig
Wie waren deine Ferien? Hoe was je vakantie?
Es ging. Het ging.
Wo warst du? Waar was je?
In Österreich/In Frankreich In Oostenrijk/In Frankrijk
Wo wart ihr? Waar waren jullie?
In der Schweiz. In Zwitserland.
Wie war das Wetter? Hoe was het weer?
Wir hatten viel Regen, aber dann wurde es besser. We hadden veel regen, maar daarna werd het beter.
Wir hatten zu wenig Schnee. We hadden te weinig sneeuw.
Wann hast du Urlaub gemacht? Wanner ben je op vakantie geweest?
Vom Juli bis zum 4. August Van 22 juli tot 4 augustus
Im Mai. In mei.
Wie lange wart ihr weg? Hoe lang waren jullie weg?
Nur ein paar Tage. Maar een paar dagen.
14 Tage. 14 dagen.
Drei Wochen. Drie weken.
Einen Monat. Een maand.
Mit wem warst du in Urlaub? Met wie was jij op vakantie?
Mit meinen Eltern. Met mijn ouders.
Mit Freunen/Freundinnen. Met vrienden/vriendinnen.
Mit den Eltern van einem Freund/einer Freundin. Met de ouders van een vriend/vriendin
Wie seid ihr gereist? Hoe zijn jullie gereisd?
Mit dem Bus. Mit dem Zug. Met de bus. Met de trein.
Mit dem Auto. Mit dem Flugzeug Met de auto. Met het vliegtuig.
Wo habt ihr geschlafen? Waar hebben jullie geslapen?
Auf einem Campingplatz. Op een camping.
Wo hast du übernachtet? Waar heb je overnacht?
In einem Zelt. In een tent.
In einer Ferienwohnung. In een vakantiehuisje.
In einem Hotel. In een hotel.
Was hast du a

Brief tips + zinnen

KAPITEL 1
Alweer bij bewustzijn?=Schon wieder bei Bewusstsein?
Dat is een lekker biertje.=Das ist ein leckeres Bier.
Dat is een plas braaksel.=Das ist eine Pfütze Erbrochenes.
Dat zou mij een beetje te vroeg zijn.=Das wäre mir noch ein bisschen zu früh.
De jongens zitten naar ons te kijken.=Die Jungs beobachten uns.
Doet hij vervangende dienstplicht?=Leistet er Zivildienst?
Eet je geen ontbijt?=Isst du kein Frühstück?
Elke jongen wil hetzelfde.=Jeder Junge will das Gleiche.
En dan die stank!=Und dann dieser Gestank!
En, wat doen jullie hier zoal?=Und was macht ihr hier so?
Ga onder de parasol zitten.=Setz dich unter den Sonnenschirm!
Heb je geen kater?=Hast du keinen Kater?
Het is dus vast niet jullie eerste keer hier.=Das ist also bestimmt nicht euer erstes Mal hier.
Het is ook altijd hetzelfde.=Es ist auch immer das Gleiche.
Het lijkt op pizza ofzoiets.=Es sieht nach Pizza oder so etwas aus.
Hoe beviel de all-inreis?=Wie gefiel die Pauschalreise?
Hoe heet deze badplaats?=Wie heißt dieser Badeort?
Hoe houd je dat vol?=Wie hält man da durch?
Ik kan er gewoon niet genoeg van krijgen.=Ich kriege einfach nicht genug davon.
Ik kon nauwelijk slapen.=Ich konnte kaum schlafen.
Ja, zo’n beetje.=Ja, so einigermaßen.
Jawel, maar…=Schon, aber…
Je hoeft niet jaloers op haar te zijn.=Du brauchst nicht eifersüchtig auf sie zu sein.
Je kunt je geen coolere vakantie wensen.=Man kann sich keine cooler

Vertaling van gaan

gaan, kleppen, klinken, overgaan, slaan {ww.}

klingen
tönen
läuten
gellen

Iedereen kan helpen verzekeren dat de zinnen goed klinken en juist gespeld zijn.

Jeder kann behilflich sein sicherzustellen, dass die Sätze natürlich klingen und richtig geschrieben sind.

Muziek is geen taal, maar sommige talen klinken als muziek in mijn oren.

Musik ist keine Sprache, aber manche Sprachen klingen wie Musik in den Ohren.

gaan, karren, rijden, varen {ww.}

fahren

Ik wil niet rijden.

Ich möchte nicht fahren.

We gaan morgen vertrekken.

Wir fahren morgen los.

gaan, lopen, van stapel lopen, verlopen, zich begeven {ww.}

gehen

Kan je lopen?

Können Sie gehen?

Niet lezen tijdens het lopen.

Lies nicht im Gehen.

gaan, zullen {ww.}

werden

Ze zullen nooit akkoord gaan.

Sie werden niemals zustimmen.

Deze zomer zullen we naar de bergen gaan en naar zee.

Diesen Sommer werden wir ins Gebirge gehen und an die See.

Even een kort vraagje aan iemand (m/v) van onze oosterburen: ik las in de Duitse vertaling van het koningslied dat men in de achtfoutenzin had gekozen voor de probleemvermijdende vertaling Der Tag, von dem du wusstest dass er kommt, ist endlich da. Dat is natuurlijk de vertaling van De dag, waarvan je dacht dat hij zou komen, is eindelijk daar. En zo luidde hij niet.

Het interessante van de letterlijke vertaling zou zijn dat je in het Duits gedwongen bent om de naamval te kiezen. De vraag aan een moedertaalspreker (m/v) zou dus moeten zijn: Wat is in het Duits het beste: Der Tag, den du wusstest dass kommt, ist endlich hier,of Der Tag, der du wusstest dass kommt, ist endlich hier.

Ik vraag het omdat ik gisteren discussieerde met iemand die veronderstelde dat je eerst denkt dat die het lijdend voorwerp van wist is. In het Duits zou je die verwarring niet moeten hebben. Ik weet natuurlijk wel wat het zou moeten zijn, maar ik ben wel benieuwd naar een authentiek Duits taalgevoel.

Vertaling van "Abendessen" naar Nederlands

avondeten, avondmaal, diner zijn de beste vertalingen van "Abendessen" in Nederlands. Voorbeeld vertaalde zin: Das Abendessen ist fertig, wir können essen, wann wir wollen. ↔ Het avondeten is klaar, we kunnen eten wanneer we willen.

Abendessennounneuter grammatica

Znacht (schweiz.) (umgangssprachlich) [..]

  • Een maaltijd dat dagelijks wordt gegeten in de namiddag of de avond.

    Das Abendessen ist fertig, wir können essen, wann wir wollen.

    Het avondeten is klaar, we kunnen eten wanneer we willen.

  • Een maaltijd dat dagelijks wordt gegeten in de namiddag of de avond.

    Frühstücke alleine, speise zu Mittag mit einem Freunde, und überlasse das Abendessen deinem Feinde.

    Neem je ontbijt alleen, neem het middagmaal met je vriend en geef je avondmaal aan je vijand.

  • Een maaltijd dat dagelijks wordt gegeten in de namiddag of de avond.

    Danke für das Abendessen, es ist so lecker!

    Dank je voor het diner, het is zo lekker!

    omegawiki

    • avondmaaltijd
    • eten
    • souper
    • maaltijd
    • middagmaal
    • middageten

abendessenverb grammatica

  • Mir egal, ob Frühstück, Mittagessen oder Abendessen, ich will was Warmes.

    Het maakt me niet uit of het ontbijt, middageten of avondeten is, Maar ik wil het warmt.

    GlosbeResearch

Voorbeeld toevoegenToevoegen

Ich habe Alice und Agnes geschickt, ihr zu helfen, sich fürs Abendessen zurech